Met XBRLreports is het mogelijk om XBRL Inline bestanden aan te maken. Een XBRL Inline bestand is een (X)HTML bestand dat in een webbrowser een rapportage toont, zoals bijvoorbeeld een jaarrekening.

Het voordeel van een XBRL Inline bestand is dat het voor de gebruiker van de rapportage leesbaar is, terwijl het op de achtergrond ook de benodigde XBRLcode bevat die nodig is voor de geautomiseerde verwerking door de uitvragende partij. Wanneer het Inline bestand in een browser wordt geopend, wordt de lay-out getoond zoals deze in het Excel werkblad is bepaald, inclusief alle afbeeldingen en grafieken.

Door XBRLreports wordt nagenoeg alle standaard opmaak die in een Excel werkblad kan worden opgenomen, ondersteund. Dit betreft:
• Font: type, grootte, kleur, cursief, vet, onderlijnd etcetera;
• Uitlijning: links, midden, rechts, linksboven etcetera;
• Celeigenschappen: breedte, hoogte, randkleuren, randdikte, achtergrondkleur etcetera;
• Afbeeldingen: vormen, grafieken, foto’s en dergelijke (mits opgenomen in het afdrukbereik);
• Getallen: alle opmaak vormen, valutatekens voor of na getal;
• Samenvoegen van cellen (horizontaal en verticaal).

Een Inline XBRL-bestand dat in een browser kan worden getoond kan er bijvoorbeeld zo uitzien:

Om een XBRL Inline bestand aan te maken, kiest u in de werkbalk van XBRLreports voor ‘Inline opslaan’.

Bij het opslaan moeten acht stappen worden doorlopen, welke in het scherm worden weergegeven en in de juiste volgorde dienen te worden uitgevoerd.

Stap 1
De eerste stap betreft de selectie van het XBRL-rapport. Indien voor meerdere XBRL-rapporten een mapping code is aangebracht, dient hier het XBRL-rapport te worden geselecteerd waarvoor een XBRL-instance moet worden aangemaakt. Indien één XBRL-rapport is gedetecteerd, wordt deze automatisch geselecteerd.

Stap 2
In stap 2 moet de juiste identifier scheme worden geselecteerd. De identifier scheme betreft een verplicht onderdeel in de XBRL-instance welke de opgenomen identificatie beschrijft. Een type identificatie kan bijvoorbeeld een inschrijvingsnummer bij de Kamer van Koophandel zijn of een omzetbelastingnummer. Standaard wordt de identifier scheme getoond zoals deze is opgegeven bij het inlezen van het XBRL-rapport of het importeren van het XBRL-cabinet.

Stap 3
In de derde stap moet de taal worden geselecteerd. In de selectiebox worden alleen de talen getoond die toegestaan zijn voor het geselecteerde XBRL-rapport. De keuze van de taal is afhankelijk van de taal waarin de teksten zijn gedefinieerd die in de XBRL-instance moeten terechtkomen.

Stap 4
In stap 4 moet de juiste entiteit waarde of moeten de juiste entiteit waarden worden geselecteerd waarvoor de XBRL-instance wordt vervaardigd. Indien er sprake is van één entiteit, wordt deze automatisch geselecteerd. De inhoud van de entiteit is afhankelijk van de geselecteerde identifier scheme. Wanneer de identifier scheme betrekking heeft op het handelsregister van de Kamer van Koophandel, dient de entiteit een valide inschrijvingsnummer KVK te zijn.

Stap 5
In stap 5 bestaat de mogelijkheid om de titel van de (X)HTML pagina te bepalen.

Stap 6
Voor het correct aanmaken van een XBRL Inline bestand mag er in het Excel werkblad slechts één type basis getalnotatie worden gehanteerd. Met basis getalnotatie wordt bedoeld op welke wijze het decimaalteken en het cijfergroeperingssymbool worden gebruikt voor het weergeven van getallen (bijvoorbeeld 12.345,67 of 12.345.67). De gewenste wijze dient bij stap 6 te worden opgegeven. Dit om er voor te zorgen dat bij de conversie naar de XBRL instance de waarde op een juiste manier wordt omgezet.

Stap 7
De toegepaste lettertypen in het Excel werkblad worden in het XBRL Inline bestand opgeslagen. Indien een toegepast lettertype niet beschikbaar is voor de eindgebruiker, zal het geselecteerde alternatieve lettertype worden getoond.

Stap 8
De laatste stap bestaan uit het opgeven van de locatie en de bestandsnaam van het XBRL inline document.
De locatie en bestandsnaam kunnen met ‘Selecteer’ worden opgegeven. Het XBRL Inline document wordt pas opgeslagen na het klikken op ‘Opslaan’. De voortgang van het opslaan wordt getoond in de voortgangssectie. Evenals bij het opslaan van een XBRL-instance, wordt ook het inline XBRL-bestand gevalideerd bij het opslaan. Voor meer informatie over het valideren van een XBRL-instance bij het opslaan, klikt u hier.